Power naar Friese dorpen

42 Erfgoed Deal-projecten staan er inmiddels op de kaart, in verschillende fases van uitvoering. Een aantal ervan is afgerond. Wat valt er te leren van deze projecten? Deze keer ‘Waddenkust K(l)eigoed’, waarbij na een prijsvraag in de provincie Fryslân vier karakteristieke maar leegstaande en vaak verwaarloosde gebouwen met erfgoedwaarde worden herbestemd tot toerismeverblijf. Hierdoor wordt de levendigheid en leefbaarheid van de regio vergroot.

Geleerde lessen
  • Zorg dat het past bij de kleinschaligheid van het gebied: slimme groei.
  • Laat de ene subsidie tot de andere leiden, geef daar vertrouwen in.
  • Maak duurzaam contact met enthousiaste, optimistische dorpsbewoners.
  • Maak bewoners bewust van wat de (financiële) mogelijkheden zijn. 
  • Ergens in het midden ontmoet je elkaar, het is een samenspel.
Een luchtfoto van de Suvelfabryk in het Friese landschap
Beeld: ©Waddenkust K(l)eigoed
De Suvelfabryk

Je hebt een beetje van bovenaf nodig, en een beetje van onderop.

Precies tussen de Friese dorpen Moarre en Ljussens staat een markant gebouw uit 1914. ‘De Dongeradelen’ was ooit een zuivelfabriek. Melk van kleine boeren uit de omgeving werd er verwerkt tot onder meer boter en kaas. Dorpsbewoner Gerben Teitsma herinnert het zich nog goed: ‘Ik heb hier als jonge jongen ook gewerkt. Uit school en dan kazen keren en auto’s inladen. Dat ging allemaal handmatig, we hadden geen vorkheftrucks.’ In 1971 sloot de fabriek. ‘Een enorme aderlating voor de gemeenschap, voor de werkgelegenheid.’

Plannenmakers en luchtfietsers

Sindsdien heeft het gebouw allerlei functies gehad: een auto-uitlijngarage, een tankstation, een witlofkwekerij, zelfs een wietplantage zat er – illegaal uiteraard. Er kwamen veel ‘plannenmakers en luchtfietsers’, zoals Gerben het zegt, maar echt van de grond kwam het niet, en het fabriekje raakte steeds meer in verval. De opluchting was dus groot toen de lokale bouwbroers Johan en Minne Dijkstra het kochten. ‘Nu komt het goed.’

Erfgoedlogies

En dat kwam het. De Dongeradelen werd één van de vier prijswinnaars van het Erfgoed Deal project Wadenkust K(l)eigoed. Met aanvullende subsidies van onder andere het Waddenfonds en LEADER – een Europees fonds voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden - werd het in een jaar tijd verbouwd tot ‘erfgoedlogies’ met dertien appartementen - waarvan één een toren met uitzicht over de Wadden - en een museum over de geschiedenis van de fabriek. Overal is de historie van de fabriek zichtbaar gebleven, en tegelijk kunnen gasten er zeer comfortabel verblijven.

Overal is de historie van de fabriek zichtbaar gebleven.

Het interieur van een appartement in de Suvelfabryk, een bed in een oude, industriële fabriekshal.
Beeld: ©Tirzah Schnater
Een appartement in de Suvelfabryk

UNESCO werelderfgoed

De drie andere prijswinnende gebouwen zijn: een watertoren in St. Jacobiparochie, een kop-hals-romp boerderij in Augsbuurt, en een karakteristiek café en brouwerij in Ferwert. Allen liggen in de rand langs het waddengebied, in het noordoosten van Friesland. Een gebied waar opgaven spelen rond krimp en leefbaarheid, vertelt Kees van Stralen, adviseur erfgoed en cultuurlandschap bij de provincie Fryslân. ‘Het waddengebied is UNESCO werelderfgoed. We kennen natuurlijk allemaal de eilanden, dat loopt wel. Maar dit stuk is onderbelicht, terwijl er heel veel kansen liggen. Het is een prachtig terpenlandschap met oude dorpen en steden, met rust en ruimte. Samen met collega’s van leefbaarheid en toerisme en recreatie wilden we die kansen benutten en daarom hebben we het Erfgoed Deal project in het leven geroepen.’


Het is een prachtig terpenlandschap met oude dorpen en steden.

De koppen bij elkaar

Tot grote vreugde van Gerben Teitsma, die het dorp Moarre-Ljussens vertegenwoordigt in de zogenoemde Dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM). Ieder dorp in de regio heeft zo’n DOM, die weer in contact staat met de dorpscoördinator van de gemeente. Een manier van samenwerken die in dit dorp goed werkt. Van weerskanten is er grote betrokkenheid. ‘We staken de koppen bij elkaar en zeiden: hier gaan we niet in berusten, we gaan van krimp een kans maken. Dat doen we met zorg, omkijken naar elkaar, met energie.’ En zo werd de zuivelfabriek, met de nieuwe lokale eigenaren, vanuit de hele gemeenschap voorgedragen gebouw voor de prijsvraag, waar zeven andere dorpen met zeven gebouwen aan meededen En met succes. Kees: ‘Dit was het moeilijkste én het grootste gebouw, maar het was als eerste klaar.’


Hier gaan we niet in berusten, we gaan van krimp een kans maken.
 

Doorwerken en doorzetten

Daar waren vele handen en doorzettingsvermogen voor nodig, vertelt eigenaar Johan Dijkstra. ‘Vrienden en dorpsbewoners hebben de eerste periode meegeholpen met opruimen, containers vol zijn er weggehaald. Toen de subsidies rond waren en we konden gaan bouwen, hebben we een doel gesteld. In juni 2023 gaan we open. Werkelijk alles zat tegen, maar dankzij doorwerken en doorzetten is het gelukt.’ Voor het museum brachten de dorpsbewoners spullen in uit de tijd dat de fabriek in werking was.

Unieke plek

Inmiddels is het eerste seizoen gedraaid. Hoe dat is gegaan, kan Dirkje Nynke Tibma het beste vertellen. Met haar ervaring in subsidieaanvragen kwam ze bij het team. Inmiddels runt ze de dagelijkse praktijk van de Suvelfabryk. ‘Mensen komen hier vooral voor de rust en de unieke plek. Dat al die oude dingen nog zichtbaar zijn, spreekt aan. We ontvangen veel mensen uit het westen van het land. Er is ook een keer een architectengroep uit Rotterdam geweest. En af een toe bezoek uit het buitenland, Italianen bijvoorbeeld via LEADER die een rondleiding willen.’ Johan: ‘Ze zijn van harte welkom en we laten graag zien wat we hebben gedaan.’


Dat al die oude dingen nog zichtbaar zijn, spreekt aan.
 

Gastvrijheidseconomie stimuleren

De andere drie projecten zijn in verschillende stadia van ontwikkeling. Kees: ‘Ferwert is nagenoeg klaar. De watertoren van Sint Jacobiparochie - met een spectaculair uitzicht over de Wadden - gaat ook richting eindfase. Alleen in Augsbuurt zijn ze nog niet begonnen. Ze missen nog net even net dat laatste stuk financiering. Binnenkort hopen ze ook aan de slag te kunnen. Het doel is uiteindelijk om de gastvrijheidseconomie in dit gebied te stimuleren, ook in andere dorpen. Dat er werkgelegenheid komt, zodat de leefbaarheid van de streek beter wordt. Maar, het moet steeds passen bij de kleinschaligheid en het karakter van het gebied. Slimme groei noemen we dat.’


Het moet passen bij de kleinschaligheid en het karakter van het gebied.
 

Interieur van de Suvelfabryk, tafels en stoelen met daaronder ook hooibalen en in de achtergrond een aantal boekenplanken.
Beeld: ©Tirzah Schnater
Interieur van de Suvelfabryk

Potjes voor de onrendabele top

Zijn er dingen die anders of beter hadden gekund, lessen geleerd voor vergelijkbare regio’s die zo’n vorm van ‘slimme groei’ willen aangaan, en erfgoedtoerisme willen ontwikkelen? Kees: ‘Erfgoed herbestemmen is per definitie duurder dan als je ergens nieuw gaat bouwen. Je hebt te maken met wat ze noemen een “onrendabele top”. Maar als je een goed plan hebt, zijn er vaak wel geldpotjes te vinden om dat stuk te financieren. Vertrouwen is daarbij een belangrijke factor denk ik. Je zag bij ons dat de ene subsidie de andere uitlokte. Als het begin er is, en een project wordt goed bevonden, komen de andere potjes ook wel beschikbaar.’


Je zag bij ons dat de ene subsidie de andere uitlokte.
 

Het exterieur van de Suvelfabryk met op de voorgrond tafeltjes en stoeltjes om buiten te zitten.
Beeld: ©Tirzah Schnater
Exterieur van de Suvelfabryk

Door het midden

De manier van werken, een project bedacht vanuit de provincie en vervolgens uitgevoerd en gedragen vanuit de gemeenschappen, vergt ook wel wat. Kees: ‘Je hebt een beetje van bovenaf nodig, en een beetje van onderop. Zij kunnen het niet alleen. Ergens in het midden ontmoet je elkaar. Een samenspel. Als provincie bied je vooral financiële hulp en deskundige hulp om te adviseren in de processen. Bij de Dorspontwikkelingsmaatschappijen spreken ze vaak van “door het midden”. Dit is daar een heel mooi voorbeeld van.’

Nodig mensen uit, kijk hoe mooi het hier is!

Enthousiaste dorpsbewoners

Het is ook belangrijk dat een dorp goed vertegenwoordigd wordt en dat de gemeenschap weet hoe gebruik te maken van de mogelijkheden, én positief blijft. Gerben: ‘Het succes van zulke projecten hangt sterk af van enthousiaste dorpsbewoners. We mogen hier gelukkig niet klagen.’ Gezien worden, op een positieve manier, daar gaat het voor Gerben om. ‘Krimp, daar krijg je geen goed gevoel bij. Want als het krimpt, blijft er niks over. Wij willen juist power in de dorpen. Je daarbij neerleggen, is een slechte instelling. Nodig mensen uit, kijk hoe mooi het hier is!'

  • Een luchtfoto van de Suvelfabryk, met op de voorgrond een rij bomen
    Beeld: ©Waddenkust K(l)eigoed

    De Suvelfabryk.