Project: Stinspark Zwolle
In het Stinspark, gelegen in de wijk Westenholte, ligt een archeologisch rijksmonument, het énige van Zwolle. Het park krijgt een metamorfose en wordt in de oude historie hersteld. Deze herinrichting is een initiatief van de buurt. Verschillende onderdelen van het in 1362 verwoeste kasteel Voorst komen terug in het park. De voorburcht wordt zichtbaar door middel van een speeltoestel en de hoofdburcht door een kunstwerk gemaakt door beeldend kunstenaar Paul de Kort. De structuur van wandel- fietsroutes in en om het park die in het plan opgenomen zijn, verduidelijken de contouren van de burcht.
Opgraving
In maart is de opgraving van start gegaan. Vier weken lang hebben Zwolse archeologen samen met de buurtbewoners in het Stinspark opgegraven. In het Stinspark lag ooit het kasteel van de machtige heren van Voorst. Dit kasteel bestond uit een hoofd- en voorburcht en was omringd door een complex grachtenstelsel en een ringmuur. De toenmalige leider van het kasteel, Zweder van Voorst, werd onder andere beschuldigd van brandstichting in Zwolle. Dit leidde tot de bekende belegering in 1362 door de bisschop van Utrecht van de drie steden Zwolle, Deventer en Kampen en tot de verwoesting van het kasteel. Van de belegering in 1362 zijn onder andere vier loodbudkogels, waarvan twee vervormd en twee onbeschadigd, en een pijlpunt teruggevonden tijdens de opgraving. Donderbussen, een soort handkanonnen, werden gebruikt om de loodbuskogels mee af te schieten.
Prehistorische vondsten
Halverwege nam de opgraving een bijzondere wending. In plaats van resten van het kasteel werden er prehistorische sporen aangetroffen. Zeven haardkuilen uit de middensteentijd (mesolithicum) kwamen tevoorschijn. Deze kuilen uit 7000 voor Christus zijn afkomstig van jagers en verzamelaars en geven een bijzonder inkijkje in de geschiedenis van Zwolle.
Crematiegraven
Mogelijk nog interessanter zijn de vijf crematiegraven die tijdens de opgraving aan het licht kwamen. Deze verbrandde botfragmenten zijn onderzocht door een fysisch antropoloog en zijn 100% zeker menselijk. Naast de crematiegraven werd een ronde greppel van circa 17 meter in diameter zichtbaar. Dit bleek een grafheuvel te zijn. Deze is ouder dan de crematiegraven. De heuvel is helaas weg, alleen de greppel is nog zichtbaar als spoor. De grafheuvel was onderdeel van een grafveld in dit gebied. Vaak werd een gebied lang gebruikt als begraafplaats. De grafheuvel kan dus een verklaring geven voor de crematiegraven.
Begin fase twee
Gedurende de opgraving zijn de watergangen in het park verbreed op drie locaties. De verbrede watergangen zijn geïnspireerd op de contouren die zijn aangetroffen bij eerder archeologisch onderzoek in de jaren 80. De verbreding draagt ook bij aan de klimaatadaptatie. De bomen in het Stinspark zijn voorafgaand aan de opgraving verplaatst op opgehoogd zand. Dit zand is van de bovenlaag en dus archeologisch minder relevant.
De opgraving is inmiddels ten einde en halverwege mei begint fase twee in het Stinspark. Tijdens de tweede fase krijgt de voorburcht meer vorm, wordt het grondwerk gelegd voor het kunstwerk en worden het speelkasteel en de cultuurschuur afgebroken.