Een onderschat park

42 Erfgoed Deal projecten staan er inmiddels op de kaart, in verschillende fases van uitvoering. Een aantal ervan is afgerond. Wat valt er te leren van deze projecten? Deze keer reizen we af naar Zwolle, waar midden in de wijk Westenholte het Stinspark een metamorfose ondergaat, geïnspireerd op de geschiedenis van de bijzondere plek, een archeologisch rijksmonument. De bewoners zelf namen het  initiatief. En dat was best even zoeken.   

Geleerde lessen

  • Communiceer bij de start uitvoerig over rollen, verantwoordelijkheden en verwachtingen, vanuit de verschillende perspectieven.
  • Geef mensen die een burgerinitiatief vertegenwoordigen tijd en ruimte om te wennen aan hun rol.
  • Laat ontwerpers en uitvoerders (eerder) met elkaar spreken. Onderzoek waar ontwerp en uitvoering elkaar kunnen ontmoeten en versterken.
  • Communiceer vaak en duidelijk met bewoners. Respecteer hun proces en gevoelens.
Het Stinspark in aanbouw. Foto: Tirzah Schnater.

‘We gaan een leuk park inrichten en dat duurt een jaar, dachten we. Nu zijn we zeven jaar verder, en staat er een paar nullen extra bij het budget.’

Roofridder met ruzie

De ovalen vorm karakteriseert het Stinspark - al eeuwen. Het is de plek waar in de Middeleeuwen de burcht van ridder Zweder van Voorst stond, ook wel de ‘roofridder’ genoemd. In 1362 werd de burcht met de grond gelijk gemaakt. De ridder had ruzie met de steden Zwolle, Kampen en Deventer en met de bisschop van Utrecht, en dat kwam hem duur te staan. De restanten van de burcht zijn naar verluid gebruikt voor de fundering van de Grote Kerk in Zwolle en voor de weg naar Kampen.

Ui met een knikje

Als je een tijdreis boven deze plek zou maken, blijf je dezelfde ovalen vorm zien. Een soort ui met schillen, met een knikje aan één kant. In een heel ver verleden zie je het ovaal omringd door natuur, dan door boerenland, en in het heden door een woonwijk met een school grenzend aan het park. Het is een plek geworden waar wijkbewoners hun vaste evenementen organiseren, zoals Jeugdland Huttendorp en het Westenholte Festival. Waar honden worden uitgelaten, kinderen spelen.

Het Stinspark van boven. Foto: R.J Stöver | Erfgoedfoto.nl .

Als je een tijdreis boven de plek zou maken, blijf je dezelfde ovalen vorm zien

Historisch belang

In 2017 ontstaat vanuit wijkvereniging WVF het idee het verouderde park op te knappen. Er wordt een hovenier aangetrokken die op basis van ideeën uit de wijk een ontwerp maakt, met name gericht op spelen. Te mager, vinden de gemeente Zwolle en de inmiddels alert gemaakte Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), die wijst op het historische belang als archeologisch rijksmonument.

Niet zomaar een opknapbeurt

De wijkvereniging realiseert zich steeds meer dat het hier niet zomaar om een opknapbeurt gaat, maar om een flinke herinrichting op een monumentale plek. Namens de wijkvereniging wordt Stichting Stinspark, van Voorst tot Verder opgericht om het initiatief verder op te pakken. Er vormt zich een stuurgroep, de gemeente wordt actiever, en het gerenommeerde landschapsarchitectenbureau Strootman wordt gekozen om samen met beeldend kunstenaar Paul de Kort vanuit historisch en archeologisch onderzoek een ontwerp te maken. Het aantal spelers groeit, en daarmee ook de verschillende perspectieven, die gedegen afstemming vragen.

De wijkvereniging realiseert zich dat het niet zomaar om een opknapbeurt gaat.

Vier spelers

De herinrichting is nu, aan de start van de zomer van 2024, een flink eind op weg, maar nog niet helemaal klaar. Vooral vanwege het extreem natte voorjaar. Daardoor is er veel water blijven liggen, waarop zelfs even is geschaatst. Vier van de spelers treffen elkaar zeven jaar na het eerste idee in het park, op de plek waar vroeger de voorburcht was, en waar nu nog het speeltoestel moet komen, en een soort ‘amfitheater’ met bankjes voor wijkactiviteiten. Linda Bosselaar vertegenwoordigt het burgerinitiatief. Ze is secretaris van Stichting Stinspark, van Voorst tot Verder en secretaris van wijkvereniging WVF in Zwolle.

Henry Kranenborg is senior beleidsadviseur cultureel erfgoed bij de gemeente Zwolle. Hij nam met name het financiële deel voor rekening, zoals de aanvraag bij de Erfgoed Deal en andere fondsen. Theo Wolters haakte als projectleider uitvoering vanuit de gemeente aan om het voorlopig ontwerp verder uit te werken, te detailleren en te realiseren. En landschapskunstenaar Paul de Kort maakte in samenwerking met Strootman het ontwerp voor het park, onder andere middels de verbeelding van de burcht in een centraal kunstwerk, een object van stalen en antracieten kolommen in een concentrische cirkel.

Communicatie over rollen

De vier kijken terug op een interessant en uitdagend proces, dat niet zonder slag of stoot ging. Er is een heel aantal lessen geleerd. Voor Linda zit ‘m dat ten eerste in de communicatie over de rollen. ‘Toen Theo er als projectleider op werd gezet vanuit de gemeente, vielen wij eerst van onze stoel. We dachten: sorry, doen wij het niet goed dan? Het is toch ons project, ons park. Terwijl we ons tegelijk beseften dat we het never nooit zelf konden trekken. Het is specialistisch werk. Dit kun je vrijwilligers niet laten doen. Toch had het beter gekund in de communicatie. Er was veel verwarring in het contact met de gemeente en wie welke rol had.’

Henry: ‘Het is voor allen een heel wijze les geweest: hoe werk je uiteindelijk met elkaar samen in een participatieproces? Binnen de gemeente waren er diverse betrokkenen die op verschillende manieren contact met de stichting hadden. Vanuit het wijkmanagement over het proces, vanuit mij over de fondsenwerving en daarbij was er vanuit Strootman landschapsarchitecten en Paul de Kort contact over het ontwerp. Later kwam Theo daar in zijn rol als projectleider nog bij. Daarbij is de opdracht aan de ontwerpers gegeven door de stichting terwijl de gemeente het financieel dekte. Als ik terugkijk, denk ik dat het inderdaad zoeken is geweest naar dat contact. Dat is op zich niet gek, een participatieproject als dit is nog niet eerder op deze schaal binnen Zwolle vormgegeven. Daar mag best lering uit getrokken worden. De afstemming, informatie met elkaar delen, de rolbepaling. Het was goed geweest eerder in het proces over de samenwerking te praten. Je moet aan elkaar wennen en vertrouwen opbouwen.’

De bewoners zijn betrokken bij de herontwikkeling van het park. Foto: Gemeente Zwolle.

‘We dachten: sorry, doen wij het niet goed dan? Het is toch ons project, ons park.’

Afbakening van verantwoordelijkheden

‘Bij de uitvoering was een duidelijke afbakening bij wie welke verantwoordelijkheid ligt vervolgens goed geweest,’ geeft Theo aan. ‘Dat heb ik wel onderschat, en hebben we niet goed geformuleerd met z’n allen. Er was bijvoorbeeld afgesproken dat de gemeente het speeltoestel zou ontwerpen en plaatsen. We hebben met kinderen gesproken op scholen, en daar kwam een idee uit. Maar daar bleek Paul het toch niet mee eens te zijn. Voor mij was dat lastig. Ik heb in mijn werk te maken met aanbestedingsbeleid, met contracten, met materialen, met collega’s in de organisatie. Dat heeft niks met landschapsontwerp te maken, maar is wel relevant voor mij.’ Paul reageert: ‘Het is niet zo dat ik het altijd beter weet. Maar als iemand met iets komt waarmee ik het pertinent oneens ben, iets dat niet past in het totaalbeeld, ga ik daar wel over in discussie.’

Ontwerpers en uitvoerders

Ontwerp versus uitvoering blijkt vaker discussie te geven. Zeker als daar ook nog archeologisch onderzoek bij komt kijken. Theo: ‘Een opgetild ringpad gaat niet werken, kreeg ik te horen van mijn collega’s. “Dan creëer je een afgesloten ruimte”, zeiden ze. We moesten een oplossing bedenken voor de afvoer van overtollig water, door kolken te plaatsen en drainage. Maar dat is weer graven in de grond, en betekende een extra archeologische vergunning. Uiteindelijk los je het wel op, maar die oplossing had ook al in het ontwerp kunnen zitten. Het was fijn geweest als de ontwerpers eerder en meer hadden gesproken met de uitvoerders.’ Paul: ‘Ons startpunt was heel anders. Het was een idee, een beeld. Nog heel vloeibaar. Er was een ringstelsel getekend door de archeologen, en dat wilden we op een of andere manier zichtbaar laten zijn. Het liefst op een manier dat het zo nu en dan opkomt en dan weer verdwijnt. Daar had ik terugkijkend wel een constructiever gesprek over gewild. Wij hebben een bepaald beeld voor ogen, wat zou een praktische, werkbare en betaalbare vorm en toepassing kunnen zijn om dat beeld werkelijkheid te laten worden?’

‘Uiteindelijk los je het wel op, maar de oplossing had ook al in het ontwerp kunnen zitten.’

Communicatie met de wijk

Er is zorgvuldig aandacht besteed aan de communicatie richting de wijk. Maar dit had achteraf nog beter gekund, vindt Linda. ‘We hebben op verschillende momenten ontwerpen gepresenteerd en dan konden mensen er ook op reageren. Ook hebben we regelmatig een bericht in het wijkblad gezet. De eerste schep in september 2022 werd een mooi en goed bezocht feest. Er heeft een archeologisch onderzoek plaatsgevonden in maart 2023, waar zo’n dertig wijkbewoners aan meegeholpen hebben, ook schoolkinderen. Toch is het niet genoeg geweest, besef ik nu. Verandering is heel spannend en kunst is best wel lastig te begrijpen. Je moet het echt vaak uitleggen.’

Paul: ‘Ik denk ook dat het gewoon tijd kost. Het nieuwe park moet langzaam deel uit gaan maken van de omgeving. Ik doe dit soort werk al dertig jaar en tot nu toe is het altijd gedoe als er iets komt, en als het weggaat ook.’ Theo: ‘Het park moet volgens mij vooral af zijn. Je moet hier kunnen spelen, zitten, er moet een keer een theatervoorstelling zijn geweest. Dan gaat het leven.’

Paul de Kort

‘Verandering is heel spannend en kunst is best wel lastig te begrijpen. Je moet het echt vaak uitleggen.’

Rijdende trein

Terugkijkend is het voor Linda, de stichting en de wijkvereniging vooral een leerzame en boeiende reis geweest om vanuit eigen initiatief zo’n groot project te zien ontstaan. ‘Toen we begonnen, dachten we, we gaan een leuk park inrichten, we hebben een hovenier met goede ideeën, het budget was een ton geloof ik, en het zou een jaar duren. En nu zijn we zeven jaar verder, en doe maar een paar nullen bij het budget. Maar ja, je zit in die rijdende trein. Een trein die het eindstation van realisatie nu bijna bereikt. We zijn ongelofelijk blij en trots dat we het met elkaar zo ver hebben geschopt en dat er een prachtig park ligt.’

Een park waarvan de historische waarde nog zichtbaarder is geworden, en waar de wijkbewoners tegelijk kunnen genieten van hun dagelijkse activiteiten.